Vaste planten: weinig moeite, veel plezier

Vaste planten zijn een belangrijk onderdeel in de tuin. Ze zorgen voor variatie in kleur, hoogte en bloeitijd. Bovendien is er voor elke plekje wel een vaste plant te vinden. Je hebt planten die houden van schaduw, planten die houden van natte voeten, planten die houden van droge voeten. Sommige vaste planten fleuren het voorjaar op, andere de zomer of het najaar. Er is zo’n enorme rijkdom dat vaste planten niet mogen ontbreken in je tuin.

Wat zijn vaste planten?

Vaste planten vind je het vaakst terug in borders. Het zijn planten waar de wortels ondergronds van overleven. De planten sterven vaak af in de winter en komen het jaar erna dan weer boven de grond. Al zijn er ook uitzonderingen die hun bladeren behouden of zelfs bloeien in de winter. De Helleborus is hier een goed voorbeeld van.

En het beste aan vaste planten is dat ze, mits een goede verzorging, elk jaar uitbundiger bloeien. Vaste planten zijn met andere woorden een vast plezier!

Hoe plant je een vaste plant?

Alles begint met de ideale locatie. Heb je een tuin met veel schaduw? Kies dan voor een plant die niet veel zon nodig heeft. Heb je een tuin die vol in de zon staat. Kies dan een zonneklopper. Bekijk hiervoor zorgvuldig het plantenlabel dat in elke pot zit. Of spring binnen in ons tuincentra en vraag advies.

Eens je de plant gekozen hebt, kan je aan de slag. Knip de wortels onderaan het potje voorzichtig af en knijp de hele plant met kluit potgrond uit de pot. Dompel de kluit onder in water tot je geen luchtbelletjes meer ziet. Nu is de plant vochtig genoeg om in het plantgat geplaatst te worden. Zorg ervoor dat het plantgat voldoende groot is zodat je je plant alle ruimte geeft. Vul het gat verder met potgrond en druk stevig aan. Geef nog voorzichtig wat extra water en je plant is helemaal klaar om zich vast te zetten.

Verzorging van vaste planten

Het handige aan een vaste plant is dat ze over het algemeen niet veel werk zijn. Eens ze hun draai gevonden hebben, hoef je er de eerste 4-6 jaar amper iets mee te doen. Je kan ze snoeien na het bloeien maar je kan ze ook helemaal laten uitbloeien om later de verdorde stukken te verwijderen. Wanneer je echter ziet dat de ene plant de andere begint te overwoekeren, is het zeker geen slecht idee om de plant te scheuren of een stukje te elimineren. Soms zal een vaste plant ook al eens de geest geven. Zulke zaken gebeuren. Het beste dat je dan kan doen is dit gat zo snel mogelijk opvullen. Met dezelfde plant of met iets nieuws. De keuze aan vaste planten is immers enorm.

Of je nu gaat voor een wilde tuin, een prairietuin of een Engelse tuin… Een prairietuin kenmerkt zich door de combinatie van grassen en bloeiende planten die elkaar afwisselen van de lente tot diep in de herfst. Zo heb je altijd kleur in je tuin. Een Engelse tuin daarentegen heeft borders vol bloemen, grasperkjes en vele gezellige hoekjes waar je jezelf kan neervlijen. Vaak spelen rozen een prominente rol. Het lijkt heel natuurlijk maar alles is tot in de puntjes uitgedacht. Een wilde tuin is de tuin die, eens ingericht, de minste aandacht vraagt. ‘Verwilder’ je tuin met bloembollen, leg een stuk braak en leg een bloemenweide aan. Zorg voor planten en bloemen die makkelijk in zaad komen en zichzelf makkelijk voortplanten. Het enige dat je nu nog hoeft te doen is de tuin onder controle houden. Zorg dat je tussen het onkruid de mooie bloemen nog ziet en klaar is kees!