Vogelhuisjes ophangen

Een vogelhuisje ophangen zorgt steeds voor veel animo in de tuin. Wanneer vogels hun nestje bouwen, vliegen ze enthousiast af en aan. Je helpt hen dan ook een handje, want meer en meer natuurlijke nestplaatsen verdwijnen. Wij geven alvast enkele tips om je vogelhuisje goed op te hangen.

Wanneer?

Hang je nestkastje op in het najaar of eind februari. Dan kunnen de vogels er alvast aan wennen en het al gaan gebruiken als winterverblijf voor ze gaan broeden in het voorjaar.

Waar?

Zorg ervoor dat de volle zon niet een hele dag in het vogelhuisje schijnt.
Zorg dat het niet makkelijk kan inregenen door de opening niet naar het zuidwesten te richten, maar naar het noordoosten of zuidoosten.
Verwijder obstakels in de aanvliegroute naar het nestkastje zoals dikke takken of veel bladeren.
Bij meerdere vogelhuisjes, hang je deze best niet te dicht bij elkaar. Vogelhuisjes voor verschillende soorten moeten minstens drie meter uit elkaar hangen. Vogelhuisjes voor dezelfde vogelsoort moeten minimaal 10 meter uit elkaar hangen, omdat vogels in de broedtijd een territorium hebben. Een beetje privacy dus!
Hang het nestkastje op minstens 2 meter en maximum 5 meter hoogte.

Tips

Let erop dat je een vogelhuisje koopt dat je open kan maken. Zo kan je het makkelijk schoonmaken.
Zorg ervoor dat je de nestkast in het najaar schoonmaakt: maak hem helemaal leeg en spoel goed uit met gekookt water.
Elke vogel verkiest een bepaalde vliegopening. Zorg dat je een vogelhuisje kiest volgens het soort vogels dat je in je tuin wenst.

Veel voorkomende vogels

Huismus

Huismussen broeden graag samen, daarom is grote nestkast met meerdere compartimenten een goed idee.
Het invlieggat voor een huismus moet ongeveer 3,5 cm zijn.
Huismussen broeden bij voorkeur tegen een gebouw, minstens 2 meter hoog.

Roodborstje

Hang hun huisje liefst tussen dichte begroeiing van bijvoorbeeld klimop of onder dakrand op ongeveer 1,5 meter hoog.
Het invlieggat moet minstens 5cm groot zijn.