Vleesetende planten

Vleesetende planten ofwel carnivore planten komen in vele soorten en vormen. Ze kunnen er misschien soms raar uitzien maar deze planten zijn werkelijk op z’n minst fascinerend en daarom verdienen ze zeker ook een plek in huis! Deze handige hulpjes lokken insecten met hun geur en kleur, vangen én verteren. Iedere plant heeft zijn eigen type val, zoals een bekerval of een kleefval. Het zijn zeldzame planten die houden van zon en veel water.

Schoonmaak hulp

Van nature vind je ze terug in zure moerassen. De meeste vleesetende plantjes halen hun voedingsstoffen uit de grond, maar ook uit kleine insecten.  De meest voorkomende soorten vleesetende kamer planten zijn Dionaea muscipula, Sarracenia, Drosera en Nepenthes. Perfect geschikt voor op de vensterbank ook, want deze durvers houden van veel licht.

Met hun geur die ze afscheiden en hun soms opvallende kleuren lokken ze de beestjes naar ze toe. Voor een gewaagd deco hoekje combineer je verschillende felle vleesetende plantjes in opvallende keramieken potten en voilà, de trend is gezet!

Verzorging

  • Veel water en natte grond, hier houden vleesetende planten van. Laat de potgrond dus nooit uitdrogen. Giet water rechtstreeks in de pot, niet op de plant. Zorg ervoor dat het water kalkvrij is, dit is niet goed voor de plant.

  • Geef nooit plantenvoeding, dit hebben ze niet nodig.

  • Verpot vleesetende planten om de een of twee jaar, het liefst in het voorjaar.

  • Verwijder afgestorven bruine blaadjes of kelken om schimmelgroei te voorkomen.

Tips

  • Vleesetende planten bijten niet in tegenstelling tot wat veel mensen denken!

  • Leuk maar niet slim: de val van vleesetende planten met je vinger dicht laten slaan. Dit kost de plant veel energie en hij krijgt er geen maaltijd voor terug. Een val kan ongeveer zes keer dichtklappen voor hij afsterft.

  • De naam zegt anders, maar geef vleesetende planten NOOIT vlees. Hierdoor gaat de val rotten, levende vliegen mag je ze wel voeren.