Chlorophytum

Graslelie

De ultieme chillplant voor je huis

Ken je de Chlorophytum of graslelie? Het is de ultieme chillplant. Je haalt er zorgeloze frisheid mee in je huis. Zon, schaduw, halfschaduw: deze groene buddy voelt zich overal thuis.

Waarom zou je de Chlorophytum in huis halen?

Stelt weinig eisen
Standplaats: overal van zon tot schaduw
Water: 1x/week, in de winter 1x/10 dagen
Extra voeding, vooral in de lente en zomer
Sterk luchtzuiverend
Niet giftig

Herkomst

De Chlorophytum, ook wel gekend als Graslelie, komt oorspronkelijk uit de tropische wouden van Zuid-Afrika. Daar groeit hij als bodembedekker en er bestaan maar liefst 65 verschillende soorten.

Eigenschappen

Je vindt niet gauw een plant die gemakkelijker te verzorgen is dan de Graslelie. Deze superheld voelt zich in alle omstandigheden in zijn sas: warm, koud, licht, donker… Het maakt hem allemaal niet veel uit, zolang hij niet teveel in de tocht staat.

Verzorging

Met deze tips heb je jarenlang plezier van je plant: ·

Geef hem regelmatig water. De Graslelie is best een dorstige plant. Je mag hem dus wat vaker water geven, maar best met kleine beetjes per keer. Je let er dus best op dat de wortels niet in te drassige grond staan want dan kunnen ze gaan rotten.
Zet de Chlorophytum op een lichte plek zonder direct zonlicht en hij zal helemaal opfleuren. Maar ook wat verder van het raam doet hij het nog altijd geweldig.
In de lente en zomer heeft de Graslelie graag wat extra voeding. In de herfst en winter kan de plant gerust zonder. De plant groeit dan minder snel en heeft genoeg aan de voedingsstoffen in de potgrond.
Je hoeft de Graslelie niet te snoeien. Dorre of bruine bladeren kan je wel wegknippen. Wanneer de plant te vol wordt, kan je hem ook scheuren bij het verpotten.
Je kan de plant best jaarlijks verpotten of wanneer je merkt dat de wortels onderaan uit de pot beginnen te groeien. Dat doe je best vlak na de winter.

Leuk weetje

De Graslelie heeft als bijnaam ook wel Spinnenplant. Dat heeft hij te danken aan de scheutjes, die na de bloei als kleine spinnen uit de moederplant bungelen. Die pups kan je heel gemakkelijk stekken.

Stekken doe je zo:

Kies een babyplantje je dat al kleine luchtworteltjes heeft.
Knip het voorzichtig los van de moederplant waarbij je ongeveer 1cm van de stengel aan de baby laat zitten.
Plaats het stekje in een vaasje of glas met water zodat enkel de wortels in het water hangen.
Zet het vaasje op een lichte plek en ververs het water regelmatig.
Wanneer je baby voldoende worteltjes heeft, kan je hem verpotten.